Fictie… of toch net niet? (Jean Dekkers)

Onlangs op ATV: met een 3D-bril op virtuele tour in het stadhuis en op de Grote Markt.

Wel, lieve lezer, ik ben de enige tot nu toe die met bedekt gezichtsvermogen ons bloedeigen Sint-Andriesplein verkende. Ongelooflijk! Imaginair zelfs…

In een oogwenk werd ik gewoon in de tweede helft van de 19de eeuw gedropt, zo rond 1850.

Op een bank achteraan, met zijn rug naar de Pompstraat, zat een zeer verzorgde, grijzende man, blootshoofds, met licht gekruld haar, een gestileerde snor en een volle baard. Hij droeg een zwart jacquet, een keurig gesteven wit hemd met stijve boord en een zwart vlinderstrikje en genoot zichtbaar van het deugddoende lentezonnetje.

Zou ik hem écht herkend hebben? Ik begroette hem met “Meester”.

Wat een toeval en een zegen om u hier aan te treffen…

Helemaal niet, want ik ben hier zelfs geboren: hier om de hoek, in het huis met de afgelopen drempel. Alvast mijn eerste zeven jaar zat ik er voor het venster; mijn zwakke gezondheid liet me niet toe om met de buurtjongens te ravotten en belletrek te spelen.

Is het daarom dat u later zo dikwijls naar uw Boshuisje in Zoersel trok?

Jazeker, tijdens een langer verblijf daar schreef ik ‘De Loteling’, in gezondere lucht dan hier met die hout- en kolenkachels.

U verwijst naar het klimaat. Wat denkt u over de actualiteit: de opwarmingstoestanden?

We gaan er zeker niet op vooruit qua opwarming: de verhoging van de temperatuur is een wereldwijd probleem geworden. Weet je dat de Schelde hier in de winter om de haverklap helemaal dichtvroor en wij naar de overkant ‘slibberden’?

En de emissiezones?

Ik vond het wel fijn dat er vorig jaar ook in onze wijk zoveel ‘Curieuze Neuzen’ hingen.  Curieus nu naar de peilingen zonder die hoog vervuilende diesels.

En de uitstoot van al die grote schepen hier aan onze kaaien?

Ja, wat wil je, de zeilboten geraakten passé en de kolen verslindende stoomboten legden aan, ook die van Sint-Nikolaas. Gelukkig varen er tegenwoordig van die supergrote ‘kisten-vervoerboten’, containerschepen noemen jullie die. Ze zijn zo groot dat ze in één keer een provinciestadje kunnen verplaatsen, melkvee en huisdieren inbegrepen. Weeral minder fijn stof.

Jullie elektriciteitsfabricatie gaat er wel sterk op vooruit. Ze komt nu uit de lucht gevallen op windmolens en wordt al draaiend en ondergronds naar je laptop gestuurd of naar je iPhone, direct in je broekzak dus. Ik sta daar versteld van!

Maar even tussendoor, zijn jullie niet bevreesd, zo dicht bij die 4 Doelen hier?  Waarom geen automatische telefoonlijn om te kunnen volgen welke van de 4 nu weer is stilgevallen en ook een lijntje naar Bergen op Zoom en zo?

Dus Mijnheer Hendrik, u staat er volledig achter dat wij gezonder moeten gaan leven?

Natuurlijk, komaan, milieuvriendelijker openbaar vervoer en de ‘stinkbussen’ naar de Kempen. Niets beter dan menselijke energie! Als ik met de Velo naar Zoersel had kunnen rijden, binnendoor en een eind langs het Albertkanaal – of was dat er toen nog niet? – ik zou nogal wat fietsbroekspelden versleten hebben.

Of meelopen in de Sint-Andriesrun van Paul en dan voor mijn deur passeren, De Leeuw van Vlaenderen achterna, en misschien een Gulden Hendrik winnen. Ik mag er niet aan denken…

U hebt er al bij al een goed virtueel oog in, Mijnheer Hendrik?

Uiteraard, kijk eens naar de vlucht die de groenvoorziening in Sint-Andries en in heel Antwerpen nam: een toekomstig Sint-Annabos hier aan de overkant, het toekomstige groen op Antwerpen Zuid, de toekomstige overkapping en alle huidige en toekomstige protestvoerders en comités. Tenslotte zijn we toch nog maar 30 jaar bezig.

En zou Mijnheer Hendrik tenslotte nog iets wensen?

Wel, lieve man, ik wens dat je binnenkort weer achteruit moet springen om je vlinderdasje en je schoenen niet te bevuilen, wanneer je in een volle abrikoos bijt. Allemaal meegemaakt in Zoersel, in de tijd dat de bijtjes nog niet op de daken van Sint-Andries moesten korven. Een mooi verhaal trouwens, dat van die bloemetjes en die bijtjes. Dat bestond in mijn tijd nog niet. Komaan, je weet wel…

Onderschrift foto: Drempel, uitgesleten door Conscience.

14
apr
2017

Bouwheer zwart-wit huis overleden

In januari overleed Will Van Roosmalen, de interieurarchitect die architect bOb Van Reeth in 1985 de opdracht gaf tot hetbouwen van het iconische zwart-witte huis op de hoek van de Sint-Michielskaai en de Goedehoopstraat. De voltooiing ervan heeft 3 jaar geduurd. Doordat tijdens het ontwerp het aanpalende pand op de kaai te koop kwam, werd de gevel dubbel zo groot. Het gebouw telt 2 duplexappartementen.

Nog vóór de bouw werd het project bekroond met de Charles Wilfordprijs 1986. De zwart-witte strepen zijn een hommage aan het ontwerp van architect Adolf Loos die dit in 1928 bedacht voor de (nooit gebouwde) Parijse residentie van variétéartieste Josephine Baker.

In 1985 waren de gebouwen aan de kaai verloederd. Niemand wilde er wonen. Met het neerzetten van het ‘Huis Van Roosmalen’ maakte Will een sterk statement om de stad opnieuw te verbinden met de Schelde. De scharniervormige gevel symboliseert deze verbinding van land en water en refereert tevens aan de maritieme wereld, de zee, strandcabines. Op het dakterras roepen vrijstaande metalen schouwpijpen met spankabels, een vlaggenmast, een windwijzer en relingen de sfeer op van een scheepsdek.

Als een van de eerste nieuwbouwprojecten betekende het project ook de doorbraak van de nieuwe architectuur in Antwerpen. Het ‘Huis Van Roosmalen’ is een sterke trekpleister voor toeristen, aangezien het in tal van reisgidsen wordt vermeld als ‘an iconic landmark in a lovely town’.

Will, die 30 jaar in het pand heeft gewoond, was in eerste instantie een begenadigd kunstenaar, maar tevens ook de uitbater van het roemruchte artiestenclubhuis VECU in de Moriaanstraat. Wegens zijn inspiratievol inzicht heeft hij vele privé-interieurs van prominente burgers en exclusieve handelspanden ingericht. Will Van Roosmalen is op 86-jarige leeftijd in z’n slaap overleden. (Guido Sanders)

14
apr
2017

Gesloten deuren sparen milieu

Openstaande winkeldeuren in de winter: een energieverlies van minstens 30%. Een variatie op dweilen met de kraan open. Om Sint-Andries te profileren als een klimaatvriendelijke wijk werd vorig jaar in opdracht van Eandis, Unizo, Quartier National en de stad door Haystack International een onderzoek uitgevoerd om te meten of er een verschil in omzet is met open of gesloten winkeldeuren. Eindrapport: zelfde omzet. We zijn in de Kammenstraat even gaan polsen naar de ervaringen van de winkeliers.

 

 

Julie De Cuypere van By Julie stond aardig te kijken van de resultaten van het onderzoek: zowel bij open als gesloten deuren werd wekelijks de gasmeterstand gecontroleerd. Bij open deuren dubbel verbruik. Logisch: in de winkel moest de thermostaat van de cv op 23° staan en de aparte gaskachel  volop aan. Ook het erboven gelegen appartement voelde kouder aan. De winkel was amper warm te krijgen en klanten gingen ook niet graag in een koud pashokje staan. Met gesloten deuren zet ze nu de gaskachel sporadisch aan en dan maar op 1, enkel voor het zicht en de gezelligheid.

“Was er een verschil qua omzet?”

Julie: “Het kan toeval zijn: met een gesloten deur kreeg ik 10% minder mensen over de vloer, maar ik haalde 10% meer omzet. Tel daarbij een gehalveerd gasverbruik en dan weet je het wel. Die 10% minder bezoekers zijn trouwens de ‘schaffelaars’ (Noord-Kempisch voor: ‘mensen die niet rechtdoor lopen, slenteraars’). Ik zie dat direct.

Ik heb ook afwisselend met een uitnodigende poster en een lichtbak in de etalage gewerkt. Dat maakte echter geen verschil, want ik heb een glazen deur en een ruime vitrine, en van op de straat heb je zicht op de hele winkel. Ik heb trouwens veel vaste klanten en die kennen m’n assortiment: een uiteenlopende stijl, merken die je elders in Antwerpen niet vindt en een kleine, snel wisselende stock, maximum 6 stuks per model. En een klant die een gesloten deur opent, heeft een duidelijke koopintentie. Dat is geen ‘schaffelaar’!”

Voor Carlos Ortega van Apotheek City Pharma was een open deur nooit een optie.

Carlos: “Van 2008 tot 2010 hebben wij wél met een open deur gewerkt, of beter gezegd, trachten te werken. We hadden toen immers een volle houten deur en leefden in de verkeerde overtuiging dat een open deur meer klanten zou lokken dan een gesloten deur. Een warmtegordijn boven de voordeur kon door het rolluik technisch niet ideaal gemonteerd worden. De klanten bleven het te koud vinden in de winkel. Dus zijn we maar gestopt met een open deur.

Velen van onze klanten zijn trouwens ouder en bewegen weinig of zijn ziek of hebben een verkoudheid of griep. Dan heb je het snel te koud. En dan was er nog een bijkomend probleem voor onszelf: een kantoortje achteraan dat makkelijk verwarmd kan worden. Het was niet aangenaam om steeds vanuit de warmte in een kille winkel te komen. Wij hebben ook een ruim assortiment schoonheids- en verzorgingsproducten. Mensen die daarvoor binnenstappen, kopen altijd wel iets, ook met een gesloten deur.”

 

Vina Vangoethem van Ringz & Thingz is blij dat ze nu weet dat een gesloten deur niet betekent dat ze minder verkoopt.
Vina: “Een verkoopster weigerde – terecht! – om met open deur te staan bevriezen achter de toonbank, terwijl de kaartjes met de oorbelletjes wegwaaiden. En we zijn geen koukleumen, want we zetten de thermostaat nooit hoger dan 15°. Met een extra trui is dat voldoende. Een ingeduffelde klant die in de winter een broeinest binnenstapt, voelt zich trouwens niet meer comfortabel.

Ik zet vooral in op een duidelijke en snel wisselende etalage. Na 20 jaar zijn onze klanten samen met ons mee gegroeid. Op m’n 18e importeerde ik oorbellen uit Azië, omdat ik ze elders te duur vond. Na 20 jaar is het assortiment uitgebreid met enkele kinderjurkjes, handtassen, juwelen en armbandjes waarvan de prijs uiterst ‘zachtaardig’ mee is gegroeid met het budget van de eerste klanten die nu tegen de 40 aanlopen.”

 


Jonas Weyn
van Kudeta: “We hebben aan het onderzoek meegedaan, omdat vooral andere bedrijven (meestal in handen van buitenlandse ondernemingen) de winkelmanagers wijsmaken dat hun visie van open deuren ondersteund is door diverse onderzoeken.”

De uitslag van het onderzoek zette z’n kritische blik nog eens extra op scherp.Jonas: “Een winkel met een gesloten deur is warmer, gezelliger voor de klant, maar je moet wel veel aandacht hebben voor je etalage. Leg er niet één paar sneakers in, want dan denkt men dat het een onbetaalbaar collector’s item is. Daarom: prijskaartjes en een variatie aan stukken. De etalage mag ook het zicht naar een goed verlichte winkelruimte niet hinderen, zodat mensen weten waar ze terecht komen. En wat ook belangrijk is: als er dynamiek in de winkel is, als ik bv. dozen zit uit te pakken of een rek sta te schilderen, komen er ook meer mensen binnen. Wat gebeurt er hier? Mis ik iets? Dik tevreden met het onderzoek.”

“Slotvraag… Vanwaar de naam Kudeta?”
Jonas:  “Indonesisch voor ‘staatsgreep’. Omdat we best eigenwijs zijn en dus ook een beetje in onze eigen wereld leven, zonder opgelegde regels en tradities, maar gecreëerd door passie, drive en eigen ervaringen.” (Guido Sanders)

 

14
apr
2017

Foodprint ’14: smaakvol jeugdwerk

Habbekrats (Prekerstraat 14) levert naast zijn bekommernis voor jongeren uit de buurt voortaan ook smaakvol jeugdwerk. In samenwerking met de vzw WELA (Werkend Leren) werd lunchrestaurant Foodprint ’14 geopend. 8,50 € voor soep en hoofdschotel van de dag. De keuken is Frans, werelds en vegetarisch.

Foodprint ‘14 had dus ook Footprint ’14 kunnen heten. Vier jongeren die een deeltijdse horecaopleiding volgen, toetsen hier als stage hun opgedane kennis aan de praktijk met échte klanten.

De stage geldt ook voor het behalen van hun diploma en de stagiairs krijgen na het behalen van een certificaat ook begeleiding bij het solliciteren naar een vaste betrekking elders.Eerdere projecten van de vzw Wela zijn restaurant La Cuisine aan de Erfgoedbibliotheek en de keuken van de Brandweerkazerne aan de Noorderlaan. Jaarlijks begeleidt zij meer dan 400 deeltijds werkende jongeren naar het normale arbeidscircuit. Daarbij wordt rekening gehouden met de eigenheid van alle deelnemers, gestoeld op hun diversiteit. Tijdens de stage wordt ook het Nederlands vervolmaakt en is er ruimte voor maatschappelijke oriëntatie en het versterken van algemene attitudes (op tijd komen, nakomen van afspraken…) en zelfvertrouwen.

Openingstijden van Foodprint ’14 (Prekerstraat 14): maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 12 tot 14 uur
Reserveren graag op gsm 0476/054.026 (gs)

Onderschrift foto: Tamara (bediening), begeleidster/chef Kika, Najih (keuken), Sean (bediening) en Yaro (keuken). FOTO RAUF

14
apr
2017

Edito Gazet van Sint-Andries 15 januari 2017

Robuust Sint-Andries

Dat we een ‘robuuste wijk’ zijn, is op zich geen nieuws. We zijn een weerbare en mondige  wijk die met zijn vele bewonersinitiatieven, verenigingen… niet bij de pakken blijft zitten, als er problemen ontstaan. Dat bewijst trouwens ook het palet aan mensen die onlangs weer de Gouden Neuzen hebben gewonnen. Ook de milieuproblemen die op ons afkomen, zullen we met verve bestrijden en er een oplossing voor vinden.

Vanuit deze krant is ook in het verleden al heel wat kritiek gekomen op de ‘betonnering’ in onze wijk van alles wat naar milieu of natuur ruikt. Er wordt terecht over geklaagd dat de stadsmus aan het uitsterven is en men vraagt zich af waar dat beestje zijn voedsel nog moet gaan zoeken. Op plekken daarentegen die niet gebetonneerd zijn, kan het water weer snel de grond in zakken, zodat we in de toekomst makkelijker om kunnen met stortregens en eventuele overstromingen. Bovendien werken de Stad, de overheid en Waterwegen en Zeekanaal in een recordtempo om de Scheldekaaien te verhogen, zodat we niet tot over onze knieën of met bootjes door Sint-Andries zullen moeten ploeteren.

Dat de boodschap begrepen is, zie je aan de vele initiatieven die in de wijk leven om te werken aan het milieu. ‘De duurzame winkelstraat’, een project van Quartier National, de stad Antwerpen en Stadslab2050 heeft zijn eerste overwinning binnen. Na een maandenlang onderzoek bij de handelaars is nl. gebleken dat gesloten winkeldeuren niet nadelig waren voor hun omzet in vergelijking met openstaande, maar dat hun energieverbruik wel behoorlijk daalde. Ook de Nederlandse pers zakte af naar Antwerpen om poolshoogte te komen nemen en meldde ons dat we slimmer met milieu en ondernemen omgingen door er een ’terugverdienmodel’ van te maken i.p.v. ondernemers te gaan beboeten, als ze hun winkeldeur openzetten, zoals de Nederlandse Groenen willen doen.

Ondertussen gebeuren er nog allerhande projecten. Er worden pakjes afgegeven voor de      e-commerce bij Burie en de laatstejaarsstudenten Burgerlijk Ingenieur houden gratis screenings bij de winkeliers van Sint-Andries om te zien waarop zij nog zouden kunnen bezuinigen.

Met het ‘klimaatrobuust’ maken van de wijk kijken we dan weer naar wat jij samen met je buren kan doen. Slingerplanten gebruiken bv., want die nemen water en fijn stof op en kunnen tijdens hittegolven dienen als verkoeling, of het gezamenlijk aankopen van waterpompen per straat. Het zijn maar enkele opties tegen doemscenario’s die ons de komende decennia zouden kunnen overkomen. Maar Sint-Andriezenaren zijn wel wat gewoon en ondertussen groeit er een draagvlak voor alles wat met het milieu te maken heeft. En het is gelukkig ook geen issue meer van één partij! We zullen allemaal ons steentje moeten bijdragen en wat minder ons milieu moeten belasten of onze kinderen en kleinkinderen gaan naar ons kijken met de vraag wat die vorige generaties hun toch hebben aangedaan.

En wij willen liever op een positievere manier herinnerd worden… Toch?

Nico Volckeryck

14
apr
2017

KINDERBOEKENHOEKJE

Misschien heb je inmiddels al genoten van het prachtige prentenboek ‘De kleine walvis’. Voor wie daar net als ik geen genoeg van kon krijgen, is er nu het even mooie vervolg ‘De kleine walvis in de winter’. Beide boeken zijn van de Britse auteur en illustrator Benji Davies.In dit verhaal neemt Davies ons opnieuw mee naar het jongetje Boy en zijn vader die samen met hun zes katten in een klein kustplaatsje wonen. Afgelopen zomer redde Boy op heldhaftige wijze een babywalvis die aangespoeld was op het strand vlakbij zijn huis. Inmiddels is het winter en Boy kan zijn avontuur met de kleine walvis maar niet vergeten. Hij hoopt nog steeds vurig zijn bijzondere vriend ooit weer te zien. Op een gure winteravond maakt Boy zich erg ongerust, wanneer zijn vader, die visser is, niet thuis komt. Als Boy, dapper als hij is, besluit om zijn vader te gaan zoeken, komt hij echter zelf in grote problemen. Maar er komt hulp. En wel uit onverwachte hoek!

Benji Davies weet in dit prentenboek opnieuw te verrassen met een lief en ontroerend verhaal over echte vriendschap en gemis, over bang en dapper zijn tegelijk. De kenmerkende, dromerige illustraties van Davies zijn zo prachtig dat je elke prent zo aan de muur zou willen hangen! (Sofie van ’t Stad Leest)
‘De kleine walvis in de winter’ door Benji Davies – Uitgeverij Luitingh-Sijthoff – € 13,99

14
apr
2017

Betonne Jeugd kamt de buurt uit

Betonne Jeugd?!? Sommigen kennen ons misschien van de spektakeldagen, anderen misschien van ‘het kranenhoofd’ dat nu bovenop het dak van het coStA staat. Ook het buurtterras van het coStA werd trouwens opgesmukt door Betonne Jeugd. Maar voor velen is Betonne Jeugd nog onbekend… Dus stel ik onze werking graag aan jullie voor.
Betonne Jeugd is een werking voor jongeren die geen aansluiting vinden in het reguliere jeugdwerk, met een stevige focus op armoede. 14 jaar geleden ontstond onze werking vanuit het buurthuis De Wijde Wereld in de Brederodestraat. Kristof, de buurtwerker, merkte op dat jongeren verdwaald rondliepen in het buurthuis en op straat. Vanuit deze nood werd besloten een jongerenwerking op te richten.
10 jaar lang staken 3 zotte vrijwilligers elke week een activiteit in elkaar voor deze jongeren. Ze spraken wekelijks met hun bestelwagentjes af op de kaaien en voorzagen een laagdrempelig vrijetijdsaanbod. Na 10 jaar werd Betonne Jeugd erkend en kreeg de eerste subsidies. Maar de geëngageerde vrijwilligers blijven onmisbaar!
Al vier jaar lang heeft Betonne jeugd zijn thuisbasis onder de hangaar van het coStA. De jongeren komen vanuit heel Antwerpen: Deurne, Wijnegem, het Kiel, Zwijndrecht, Borgerhout… Allemaal vinden ze hun thuis in Sint-Andries. Betonne Jeugd wil namelijk een gezin vormen voor hen, een 2de thuis. We koken 3 maal per week, hangen wat rond, lachen, doen de afwas, amuseren ons en maken af en toe ruzie, net zoals in een echt gezin. De jongeren voelen zich goed in dit warme nest en kunnen er zichzelf zijn. Vanuit deze vertrouwensband komen hun problemen naar boven (werkloosheid, pesten, onderdak…) en kunnen ze rekenen op de nodige ondersteuning. Zij kunnen die vinden bij de jeugdwerkers, maar vooral bij de andere jongeren. ‘Jongeren helpen jongeren’ is het moto van Betonne Jeugd!
Naast een thuis is Betonne Jeugd ook een front, een front waar wordt gestreden tegen alles wat fout gaat in de maatschappij. Vanuit de problemen die onze jongeren ervaren, zetten we kleine sociale acties op en signaleren we naar het beleid wat er fout gaat. Onze jongeren doen het vanuit de overtuiging dat ze niet willen dat de volgende generatie in dezelfde ‘shit’ moet leven als zijzelf.
Nog enkele weetjes: 
- De naam Betonne Jeugd komt van het liedje ‘Concrete Jungle’ van Bob Marley. Hij verwijst naar de stad als een betonnen jungle met vele gevaren.
- In 2016 bereikte Betonne Jeugd 130 verschillende jongeren. Dat jaar werden er in totaal 2101 deelnames geteld.
- Betonne jeugd geeft ook vormingen aan scholen en jeugdbewegingen en… over armoede.
Dankzij de burgerbegroting krijgen we de kans om een buurtproject te starten (“Dank u, stemmers!” ☺). Dit jaar gaan we niet alleen op zoek naar de strafste verhalen, onbekende talenten, de mooiste dromen…, maar ook naar wat er beter kan in de Parochie van Miserie.
Samen met onze jongeren kammen we de buurt uit. Schrik dus niet, als er binnenkort iemand van Betonne Jeugd voor jouw deur staat. We nemen de tijd voor een gezellige babbel en een interview. Nadien word je uitgenodigd voor een maaltijd bij Betonne Jeugd. Zo kan je kennis maken met onze warme jongerenwerking.
Alle interviews worden mooi tentoongesteld onder de hangaar. Zo brengen we de buurt beetje bij beetje in kaart en weet jij wat voor interessante mensen er wonen in Sint-Andries. Misschien ontstaat hieruit een mooie vriendschap of samenwerking.
Vervolgens vragen we ook aan elke geïnterviewde om iets kleins af te staan. Wat dat juist is, maakt niet uit. Het mag iets doms zijn, een prul, iets bizars of iets moois. We zouden op het einde van het jaar graag een kleine tentoonstelling maken met deze spullen. De artefacten van Sint-Andries! Hoe gekker, hoe beter. Tot slot eindigt dit project in een groot buurtfeest waarop iedereen welkom is.
Heb je nog vragen of heb je zin in een interview? Contacteer dan Roeland Smeyers (foto), jeugdwerker Betonne Jeugd: gsm 0471710046 – www.facebook.com/BetonneJeugd. Of zie je me op straat? Spreek me aan! (Roeland Smeyers)

14
apr
2017

Stuurgroep Sint Andries deelt zijn Gouden Neuzen uit

Wat was het dit jaar een mooie uitreiking van de Gouden Neuzen in het Costa. Er waren 140 aanwezigen voor de winterbarbecue en de zoete receptie, afgewisseld met muzikale intermezzi.

Voorafgaand aan de uitreikingen interviewde buurtbewoner Sven Pichal de voorzitter van de Stuurgroep Sint-Andries, Nico Volckeryck, over het reilen en zeilen in de wijk. De Stuurgroep, die het evenement jaarlijks organiseert, is een samenwerkingsplatform tussen ondernemers, bewoners en organisaties die actief zijn in de wijk.

In zijn jaarlijkse toespraak wees Nico Volckeryck vooral op de initiatieven die er zitten aan te komen om van Sint-Andries een robuuste klimaatwijk te maken (hierover meer in dit nummer). Ook de vele werven en de inspraak die hieromtrent wordt opgezet met het district, waren aandachtspunten. Tevens werd de ongerustheid geuit over de Fierensblokken… een vat met asbestvergif en een vervuilde bodem. De renovatie zal voor de buurt een zware boterham worden. De voorzitter betreurde in dit verband dat het maar triest is gesteld met de inspraak, sinds het dossier bij Rob Van De Velde, de schepen voor Ruimtelijke Ordening, zit. Tot slot werden alle vrijwilligers en organisaties bedankt voor hun inzet bij de talrijke initiatieven in de wijk.

Nadien werd overgegaan tot de uitreiking van de Gouden Neuzen aan bewoners, organisaties en politici of ambtenaren die zich in 2016 verdienstelijk hebben ingezet om van de wijk een betere plek te maken.
In de categorie ‘bewoners’ ging de Gouden Neus naar Ditmar Groffen, actief in de wijk en voorzitter van de Districtsjeugdraad. Twee andere bewoners mochten ex aequo een Zilveren Neus in ontvangst nemen.
Als wijkvereniging ging de Gouden Neus naar de AMSA, de Alternatieve Muziekschool Sint-Andries die in onze vorige Gazet van Sint-Andries nog ruim aan bod is gekomen.
Als ambtenaren werden onze 2 sympathieke (mauve) buurttoezichters Sonia en Wim verkozen. (nv) 

Onderschrift foto: voorste rij helemaal links: Ditmar Groffen (winnaar categorie bewoners), achterste rij 1e en 2e van rechts bestuur AMSA (winnaar categorie verenigingen), achterste rij 4e en 5e van links, Sonja en Wim van Buurttoezicht (winnaars categorie ambtenaar/politieker). (foto Jos Thijs)

11
apr
2017

Buurtmaaltijd maart 2014

flyer_buurtmaaltijd_tm De Stuurgroep Sint-Andries nodigt u uit op de
BUURTMAALTIJD
op 8 maart 2014 om 18u.
PLAATS: Thomas More Hogeschool,
ingang Sint-Andriesstraat 2

prijs: 6€

kaarten te koop in het coStA

meer info: nico.volckeryck@telenet.be

 

 

 

 

 

 

 

 

04
mrt
2014

Stuurgroepvergadering 26 maart 2014

Volgende stuurgroepvergadering: 29 januari 2014, 20u. in het coStA.

De Straatantennes starten om 19u.

 

Iedereen is welkom!

04
mrt
2014