Onze wijk is internationaal uitgekozen als klimaatrobuust proeflabo: meer groen, minder CO2, bestand tegen wolkbreuken en hittegolven. Reden genoeg om eens te gaan praten met Nabilla Ait Daoud, schepen voor Jeugd, Leefmilieu, Kinderopvang en Dierenwelzijn.
Ze is schepen van de hele stad, maar wel erg betrokken bij onze wijk. Ooit startte ze op het Zuid in de Pacificatiestraat haar eigen broodjeszaak (met Italiaanse gerechten). Van op het Zuid zette ze, passerend door onze wijk, haar stappen naar het stadhuis. Leefmilieu op je boterham krijgen in een periode van transitie én klimaatadaptatie (meer hittegolven en wolkbreuken) is geen sinecure. Maar aan enthousiasme ontbreekt het haar zeker niet.
Net terug als spreker op de Energie- en Klimaatdag van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten legt ze meteen haar doelstelling vast: “We hebben een burgemeestersconvenant ondertekend waarbij we ons engageren om tegen 2020 op het totale stedelijke grondgebied 20% minder CO2 uit te stoten in vergelijking met 2005. Maar voor de eigen stedelijke administratie leggen we die lat op 50%. En tegen 2050 willen we een klimaat-neutrale stad zijn. Maar je kan zoiets niet van boven naar on- der opleggen. Er is samenwerking nodig tussen technici, ondernemingen en burgers, samen met de overheid. Zowel federaal, Vlaams als lokaal.”
– Onze wijk is wel apart?
Zeer zeker, er zijn zo vele verenigingen die zich met allerlei dingen bezighouden en zeker met het klimaat. Daardoor is Sint-Andries een heel geëngageerde wijk met vele initiatieven, een soort proeflabo. Daarom wil ik de initiatieven in de wijk zoveel mogelijk steunen. Ook de Kammenstraat geniet als duurzame winkelstraat belangstelling tot in het buitenland. De ‘open deuren’ werden uitgetest, er wordt gewerkt aan een app om zich makkelijker in de stad te verplaatsen en aan sensoren om de straat- en etalageverlichting enkel in te schakelen, wanneer er beweging is.
– Nog een ander concreet plan?
We zijn nu aan het bekijken of de brandweer cursussen zelfredzaamheid voor de bewoners kan organiseren, want bij wolkbreuken moet die op hetzelfde moment overal zijn. Met groendaken en regentuinen kan men voorkomen dat de riolen overlopen. Er wordt ook gekeken of hulpverleners of buren senioren kunnen bijstaan en/of controleren bij wateroverlast of hit- tegolven. Door dompelpomp-delen toe te passen, kan de brandweer eerst de urgentste zaken aanpakken.
– Is er geen spanning tussen stede- lijkheid, groen en milieu?
Sint-Andries is vrij dicht bebouwd en dus is het zeer apart dat er toch nog zo veel groen is, hoewel het nog meer mag zijn. Het idee van een groendak met een voetbalveld op het dak van de Habbekrats is een goed idee, maar ik zou dat nog veel breder zien en er bv. ook zitbanken op plaatsen, zodat het een ontmoetingsplaats wordt voor jongeren en ouderen. In plaats van tegenstellingen te creëren, breng je mensen bij mekaar.
– Vormen milieu en consumptie (economie) geen spanning?
We moeten niet minder consumeren, maar op een meer doordachte en bewustere manier. Op ons kooppatroon letten en enkel lokale seizoensgroenten kopen. Letten op het land van oorsprong en het aantal kilometers dat het product heeft afgelegd. Zo vermindert de economie niet, maar verschuift ze naar vleesvervangers, alternatieve kookboeken, bioshops, voedselteams, verpakkingsloze winkels en zo. Hierdoor gaan mensen ook meer nadenken over hun consumptiepatroon.
– Is autoluw niet beter dan de lage-emissiezone?
Voor het effect op de gezondheid is er een haalbaarheidsstudie gemaakt. Door de lage-emissiezone gaan mensen ook zelf meer nadenken over hun auto. Het andere probleem, brommers met extreme lawaaioverlast, open knalpotten e.d., hebben intussen ook een nummerplaat gekregen, waardoor er meer controle kan gebeuren. Maar dat is meer een samenlevingsprobleem, een mentaliteit, net zoals de hondenpoep. Toch ga ik het probleem mee naar het college nemen.
– Wat droomt u voor de wijk?
Nieuw Zuid is van nul begonnen. In Sint-Andries kan dat niet. Maar alle kleine beetjes helpen: geveltuinen, zuinige lampen, hergebruik. Op lange termijn: groendaken, waterbuffering en -recuperatie en warmterecuperatie.
– Wat doet u zelf?
Letten op heel veel kleine dingen: de lampen in huis, het energielabel van m’n toestellen, zuinig verwarmen, niet het hele jaar aardbeien, boontjes of ananas eten, maar eten volgens de seizoenen. Ik kan er soms heel ver in gaan, zoals de nietjes uit papier halen, voor ze worden gesorteerd of het gaspedaal lossen in het vooruitzicht van een stoplicht. En op de duur wordt dat een gewoonte, een automatisme. Zo kunnen vele kleine dingen een groot effect hebben. Ik ben ook nooit een grote vleeseter geweest.
– Uw lievelingsrecept?
De groentecurry van Pascale Naessens met pompoen, linzen, kikkererwten en courgettes.
Uiteindelijk kabbelt het gesprek verder over lekker eten en gezonde voeding. Na enkele omwegen gaat het over onze regelmatige kook- evenementen in het coStA. En ja, Nabilla ziet het zitten. Op 14 oktober komt ze er koken voor de wijk- bewoners. Hou het programma van het coStA dus in ’t oog. (Nico Volckeryck)