Betonne Jeugd, gehuisvest onder de hangar van het coStA, is reeds 14 jaar een tweede thuis voor jongeren die geen aansluiting vinden in het reguliere jeugdwerk of die problemen hebben met werkloosheid, pesten en onderdak vinden, met een stevige focus op armoede.
Met de steun van de burgerbegroting werd het buurtproject ‘Beton- ne Jeugd kamt de buurt uit’ opgezet: interviews met bewoners, op zoek naar de strafste verhalen, onbekende talenten, de mooiste dro- men … maar ook naar wat er beter kan. Zo brengen ze de wijk in kaart. Tweede in de rij is Lief Vandervoort van ’t muziekwinkeltje The Boogie Barn in de Korte Vlierstraat. Ze werd tijdens de jongste Wijk4Love ook nog verkozen tot hofnar van de wijk. Hier gaan we …
— Ken je Betonne Jeugd?
— Ja, ik ken Betonne Jeugd. Ik kom ze vaak tegen op het pleintje en in de straat. We komen ook af en toe in het coStA, waar we ze zien. En natuurlijk ken ik jou, een keitoffe kerel met wie ik al veel gebabbeld heb.
— Waar ben je opgegroeid?
— Ik ben in Geel geboren, op 500 meter van ‘de zottekes.’ Ik ben opgegroeid in een klein dorp in de Kempen waar iedereen mekaar kent. Op mijn twaalfde stuurde mijn moeder me naar ‘De Dames’ (school). Daarna ben ik animatiefilm gaan studeren in Genk, het verloren dorpje. Daar eindigt de wereld. Na mijn studies heb ik 3 jaar op een paardenfokkerij gewerkt. Daar heb ik heel hard gewerkt. Dan heb ik 9 jaar workshops animatie film gegeven aan kinderen. Dan ben ik zwanger geworden en hebben we de winkel geopend. We waren met velen thuis: ik heb 5 zussen en 3 broers.
— Waarom ben je naar Antwerpen komen wonen?
— Dat was nog vóór het winkeltje. In 2005 huurde mijn toenmalige vriend hier iets in de Nationalestraat. Ik vond geen werk in de animatiefilm. En toen had ik zoiets van: ik moet in Antwerpen komen wonen om een job te vinden. Maar ik vond geen werk in de animatie-business. Toen vond ik werk op die paardenfokkerij en pendelde ik tussen Antwerpen en de Kempen. Toen kwam ik Barry tegen op het Neuzenpleintje. En dan, pats boem, verliefd! Zes jaar geleden zijn wij getrouwd, toen ik hoogzwanger was. En dan hier beland.
— Heb je al iets meegemaakt of bereikt in je leven? Wat dan? Belangrijkste gebeurtenis?
— Den Barry gevonden. Maar ook mijn reis van 3 maanden naar India is één van mijn hoogtepunten. Ik heb daar wel 3 weken moeten wennen, maar daarna voelde ik mij daar thuis. Gewoon in het midden van Delhi wat op de stoep zitten en kijken naar de mensen. Dat is daar zo ongelofelijk druk en iedereen wilt iets aan een (rijke) blanke verkopen. Die reis was juist na mijn studies. We zijn toen ook naar Nepal gereisd. Ongelofelijk met al die bergen. Die blijven maar komen en achter elke berg zit een hogere berg. Wel veel armoede daar. Je wilt al je geld weggeven, maar zo werkt dat ook niet.
De wijk Sint-Andries
— Hoe lang woon je in deze wijk?
— 15 jaar, maar pas de laatste 3, 4 jaar voel ik de echte connectie met de buurt. Daarvoor was het wat anoniemer. Mijn toenmalige vriend vond buren niet interessant. Maar toen ik Barry leerde kennen, veranderde dat. Barry is heel gemakkelijk in de omgang met onbekenden.
— Woon je hier graag?
— Absoluut. Hier wil ik oud worden.
— Wat vind je tof aan deze wijk?
— Het feit dat het hier als een dorp voelt, een dorp in de stad. Het is hier ook rustig. Ook de mensen heb ik graag. Verschillende soorten mensen wonen hier in de wijk, van de politieagent tot het oude vrouwtje met haar ‘Fiffike’. Zeker met ons winkeltje kent iedereen ons en zegt iedereen goedendag.
— Wat is je favoriete plek in de wijk?
— Het pleintje vind ik eigenlijk echt gezellig. Aan de Schelde zit ik ook heel graag. Maar sinds ik een kind heb, vind ik dat wat onveilig. Je valt zo de Schelde in. Ook het speeltuintje tussen de sociale woningen vind ik heel gezellig. Dat lijkt wat op Teletubbieland.
— Ken je de geschiedenis van deze wijk?
— Iets wat vele mensen van Sint-Andries niet weten is dat er vroeger elk jaar altijd een grote groep straatartiesten kwam. Die parkeerden hun bussen hier aan de Schelde. Vooral eind jaren 90 waren er heel veel. Jammer genoeg hebben ze die allemaal weggejaagd. Mensen hebben daar ook geen aandacht meer voor. YouTube heeft hier veel mee te maken. Ze hebben alles al gezien op het internet. En tegenwoordig hebben ook niet veel mensen nog centen in hun zakken. Enkel nog een bankkaart.
— Vind je het hier nog altijd de Parochie van Miserie?
— Voor een deel wel en voor een deel ook niet. Je hebt hier tegenwoordig ook heel wat mensen met geld. Dus die grote miserie is zowat aan het wegebben. Toch heb je hier ook nog miserabele mensen, mensen met geldproblemen en psychologische problemen. De hoge huishuur heeft bijna alle miserabele mensen ‘weggepusht’. Eigenlijk vind ik dat een beetje verkeerd.
— Neem je deel aan buurtactiviteiten?
— Ja, maar ik vind zelf dat ik dat nog meer mag doen. Ik ga wel naar het kindertheater in het coStA en in Multatuli ga ik wel eens feesten. En als er iets op het plein te doen is, ben ik ook van de partij. Maar soms mis ik dingen en denk ik: Ah, daaraan had ik toch ook willen mee- doen. Bijvoorbeeld de film over de buurt, een tijd geleden. Ik denk wel dat er genoeg te doen is in de wijk.
— Ken je veel buren?
— Heel veel. Van alle slag. Van rijk naar arm. Wit en zwart. Soms zeggen mensen ‘Hallo’ tegen mij en weet ik niet meteen wie dat weer juist is. Ik kan ook rekenen op de buren. Met onze verhuis bijvoorbeeld.
— Wat zou je graag verbeterd zien in de wijk?
— Ik ben nieuwsgierig naar de plannen voor het plein. Op het plan is die treurwilg weg en dat is jammer. Een beetje meer groen zou goed zijn. Het is leuk dat er honden zijn, maar ze mogen niet vrij kakken en pissen, zodat ons Loesje niet in de kak trapt tijdens het spelen.
— Ken je de pastoor van deze buurt?
— Niet persoonlijk, maar ik heb hem al wel gezien. Ik ben katholiek opgevoed en ik moet zeggen dat die kei goed kan preken. Dus ik snap dat hij een populaire pastoor is. In de kerk hangt er zelfs een boksbal. Als je iets moet uitvechten met God of ik weet niet wie, dan mag je op die bokszak slaan. Er worden ook tentoonstellingen in die kerk gehouden. Zo was er een tentoonstel- ling over religieuze tattoos. Prachtig! Iedereen bracht zelf iets mee: slingers, een hangmat, eten … Heel die dag zat vol liefde en iedereen heeft zich zot geamuseerd, jong en oud. Tot 11 uur ’s avonds was er een dj. Keihard dansen en niks negatiefs. De liefde droop er echt af. Ik heb er zelfs een film over gemaakt.
Grootste talent
— Wat is jouw grootste droom?
— Dat heel mijn gezin gezond blijft en dat wij ons leven goed kunnen leven.
— Wat is jouw grootste talent?
— Zeg, dat zijn wel moeilijke vragen, hé! Maar mijn grootste talent is, denk ik, dat ik een goed mens ben. Ik zou ook willen zeggen dat mijn kunst mijn grootste talent is, maar dit is toch veel belangrijker. Ik kan heel goed mensen op hun gemak stellen, snel connectie maken, warm zijn, goed zijn.
— Hoe lang doe je dat al?
— Van in mijn pubertijd, denk ik, want ervoor plaagde ik mijn broer altijd. Maar dat is voorbij. Maar ik weet het eigenlijk niet zo goed.
— Hoe heb je dit geleerd?
— Van mijn vader. Hij was huisdokter. Hij maakte snel contact met alle soorten mensen. Hij vond dat je gewoon goed moet zijn voor de mensen.
— Welke vraag moeten we jou nog stellen?
— Goh, dat is een heel moeilijke vraag. Ik denk dat jullie al kei veel hebben gevraagd.
— Mogen wij een foto van jou nemen?
— Ja, natuurlijk. Ik kan goed gekke bekken trekken.
Vriendenboek
Naam? Lief Vandervoort Bijnamen? Godelief, Bernadette van Lourdes, liefste.
Leeftijd? 41 jaar
Woonplaats? Volkstraat, net buiten Sint-Andries, winkeltje in de Korte Vlierstraat.
Beroep? Winkelier; opleiding voor animatie lm gevolgd; daar vroeger veel workshops over gegeven aan kinderen.
Hobby’s? Film maken en sinds kort ook schilderen. Bijna elk weekend ga ik naar mijn geboortedorp en schilder ik. Graag zou ik ook een tentoonstelling houden. Fotografie is ook mijn ding. Stripboeken lezen doe ik ook graag, vooral Franse comics.
Lievelingseten? Aardappelpuree met eitjes en spinazie, en dan liefst alles door elkaar. En natuurlijk chocolade.