Het is nu exact 500 jaar geleden dat Luther in de belangstelling kwam door het publiekelijk maken van een aantal terechte stellingen die kritisch waren voor de katholieke kerk. Dat heeft voor deining gezorgd.
Op de eerste plaats waren dat de ordegenoten, confraters, medebroeders die, laat ik zeggen, in een Erasmusproject avant la lettre in het buitenland studeerden en met Luther in aanraking kwamen en die frisse ideeën meebrachten naar Antwerpen. En wat gebeurt er?
In Antwerpen krijg je twee kernen, de meer conservatieve Dominicanen van de huidige Sint-Pauluskerk, en de meer progressieve Augustijnen van het toenmalige Augustijnenklooster. Het was keizer Karel V die besliste de progressieve monniken het zwijgen op te leggen. En dat moet spijtig genoeg ook zeer letterlijk worden opgevat. Twee sterven er op de brandstapel op de Grote Markt in Brussel. Dat is een historisch feit dat dient herdacht te worden over 6 jaar, want het gebeurde in 1523. Als reactie hierop schreef Luther zijn eerste lied in 17 coupletten als eerbetuiging aan die confraters die eigenlijk de eerste martelaren waren voor het protestantisme. Nu, dat is voor ons, katholieken, niet iets om over te gaan stoefen. Verre van. Dat is een zwarte bladzijde. Natuurlijk, wij bekijken dit nu anders dan onze geloofsgenoten van 500 jaar geleden. Het waren andere tijden.
Gedachtenisplaat voor Antwerpse broeders in de Sint-Andrieskerk
Tien jaar geleden werd in een bijeenkomst van zowel Nederlanders als Vlamingen, protestanten als katholieken, de geschiedenis van de Augustijnen onder de loupe genomen. En ik heb toen al de beslissing genomen: we gaan in onze kerk, niet toevallig tegen de muur van de Augustijnenstraat, in 6 talen de geschiedenis van deze martelaars bondig weergeven als een betreurenswaardig feit, zij het – voorlopig? – als een eenvoudig gedenkschrift. De tekst is opgesteld door een expert over Luther: kerkhistoricus Jos Vercruysse s.J. Heeft iemand een idee om deze herinnering op een moderne artistieke manier op te fleuren, door een koperen plaat of weet ik veel, dan ben ik steeds geïnteresseerd. Hier staat de kerk, daar is de muur, wie wil mag zijn ideeën voorstellen en dan zien we wel wat er uit de bus komt.
We willen wel de naam van Luther geciteerd hebben, als het ware vereeuwigd maar dan wel met als invalshoek het martelaar- schap van deze Antwerpse broeders. Luther heeft zijn verdienste om kritisch te zijn tegenover het machtsblok van de katholieke kerk, tegen een aantal ongepermitteerde uitwasemingen in de devotie en het mercantiele van de zaak. Dus in die zin vinden wij dat zijn naam terecht mag vermeld worden. Aan de andere kant gaan we Luther nu ook niet heilig verklaren.
Bijdrage voor de landstaal
Als men mij nu persoonlijk op de man af vraagt of Luther een straatnaam moet krijgen in Antwerpen, zou ik zeggen: ‘Mij niet gelaten. Die man heeft zijn verdiensten gehad in de mentaliteitsgeschiedenis waarvan wij nu de vruchten plukken, in de kritische zin, dat moeten we erkennen. Daar moeten we ook dankbaar voor zijn. Hij heeft ook een bijdrage geleverd voor de landstaal. De Bijbel niet meer in het Latijn voor de geletterden, maar in de landstaal. Daar kan ik alleen maar een applaus voor geven, dat ik nu de Bijbel in het Nederlands kan lezen. Dat is ook mede dank zij hem. Maar natuurlijk, sommige dingen gingen ook wel fout. Niet alleen katholieken maar ook lutheranen voelen zich wel gegeneerd over zijn standpunt over de Joden, da’s bekend, of over mindervaliden en misschien her en der nog wat uitlatingen. Gelukkig dat de lutheranen formeel afstand hebben genomen van deze zienswijzen van hun stichter. Maar goed, wanneer men nu beslist op basis van de goede punten op zijn rapport dat hij een straatnaam verdient, mij niet gelaten. De vraag is dan bijkomend: ‘Of dat per definitie in het Sint-Andrieskwartier zijn?’
Volgelingen in de bres
Sowieso vind ik het vanuit de logica van straatnamen knotsgek dat een openbaar terrein, een straat of een plein, 2 namen heeft. Dat is volgens mij tegen de logica in. Eén straat, één naam. En de straten bij de Sint-Andriesstraat hier hebben al een naam. Dus zoek een andere plek.
Er zijn nog internationaal bekende figuren die een straatnaam hebben gekregen, los van de locatie. Maar daarbij komt dat ik dan vanuit de eigen geschiedenis van de wijk of van de kerk eerder nog een pleidooi zou houden voor de broeders die hun leven hebben gegeven. Onze Luther had het geluk beschermd te zijn door een landsheer bij wie hij rustig zijn studiewerk kon doen en kon communiceren met de buitenwereld. Maar het waren wel de paters hier, zijn volgelingen, die op de bres stonden, hun leven geriskeerd en ook gegeven hebben. De twee bekendste zijn zij die in 1523 op de Grote Markt van Brussel de brandstapeldood zijn gestorven. Maar het is nadien dat er nog 3 augustijnenpaters een gruwelijke dood sterven, één zelfs hier in onze wijk. Lambert van Thorn wordt veroordeeld tot levenslange opsluiting en sterft 5 jaar later in een Brusselse gevangenis.
Op 22 september 1522 wordt de 3de en laatste prior van het Antwerpse augustijnenklooster, Hendrik van Zutphen, gevangen genomen, naar de Munt overgebracht en vervolgens naar de St.-Michielsabdij, “waar hij (volgens kerkhistoricus Jos Vercruysse s.J.) door een schaar bewonderaarsters met geweld bevrijd werd en zo richting Wittenberg vluchten kon.” (Floris Prims noemt zelfs het geweldige getal van een paar 100 volksvrouwen). Uiteindelijk sterft hij toch in 1524 in Heide (Dithmarschen bij Bremen – Duitsland) een gruwelijke martelaarsdood. Een andere broeder uit het klooster van Ieper, Nicolaas, werd na een uiterst korte rechtspleging in een zak, verzwaard met een steen, in de Schelde gegooid.
Kerk niet historisch gekoppeld
Luther is hier nooit geweest, we mogen dus niet te snel de indruk wekken dat onze kerk rechtstreeks gekoppeld is aan het historisch optreden van Luther. Er zijn nu al verwarringen. Doorgaans wordt beweerd dat de huidige kerk hoorde bij het augustijnenklooster. Maar uitgerekend het gedeelte dat de Augustijnen al zouden ge- bouwd hebben als aanzet van een grotere kerk is ca. 1581 afgebroken, en dan nog wel door die andere tak van het protestantisme, de calvinisten, die daarmee wilden verhinderden dat de katholieken van dat deel van de kerk (het koor) nog gebruik zouden maken. En van de huidige kerk is er, denk ik, niet een steen door de Augustijnen opgericht. Deze kerk is te monumentaal, past niet in het denkkader van de eenvoudige monniken die de Augustijnen waren.
Waar dan wel?
In een nieuwe verkaveling 2 aanpalende of parallelle straten één noemen naar Luther en één naar Ignatius van Loyola, in feite twee tegenpolen in de 16de eeuw. Zij verhouden zich tot elkaar als woord en wederwoord.
De kritische Luther die zorgde voor een vrijer denken binnen de christelijke godsdienstbeleving en daarvoor de moedertaal promoot, te beginnen voor de Bijbel. Maar die enkel het geloof als zalig beschouwt.
Ignatius, de stichter van de jezuïeten, die de aanzet gaf voor een vernieuwde intellectuele verantwoording van het geloof, dus in dialoog met de filosofie en de wetenschappen en de kunsten en voor onze hemelse zaligheid de nadruk legt op de goede werken van het geloof.
Ook in Antwerpen werd dit zeer concreet door allerlei onderwijsinitiatieven, zowel voor rijk als arm. Bovendien vormt zijn spirituele methode de basis voor de barokke beeldtaal, met een ongekende creativiteit, zeker ook te Antwerpen met o.m. Rubens en Van Dyck, hierin gevolgd door vele, vele anderen.
Als er in Antwerpen iemand omwille van de lutherse kritische geest moet herdacht worden, dan wel de drie paters die hier gepredikt hebben. De gedachte aan alle Antwerpse broeders van de augustijnenorde – en dus ook aan hen – wordt reeds in ere gehouden door de benaming ‘Augustijnenstraat’.
(Pastoor Rudi Mannaerts)
Nog tot 31 oktober 2017 loopt er in de Sint-Andrieskerk de tentoonstelling ‘Lutherse lente in Antwerpen’. De tentoonstelling toont hoe in de 16de eeuw vanuit het Augustijnenklooster te Antwerpen (waar nu de Sint-Andrieskerk staat) Luthers’ gedachtegoed snel ingang vond onder de bevolking en voor deining zorgde in de stad. Toegang gratis.