Op 6 juli 2012 werd het Muntplein met een barbecue en veel moppen en lachen in een opperbeste sfeer offcieel ingehuldigd door de toenmalige districtsvoorzitter Chris Anseeuw en schepen Ludo Van Campenhout.
Het was de Stuurgroep Sint-Andries die eerder het startschot had gegeven voor het nieuwe plein. Het ging gepaard met veel gepalaver, strijd voor het behoud van de open ruimte en maanden van heraanleg.
Bij de inhuldiging ontbrak nog wat meubilair en sommige plantjes hadden de zomer helaas niet overleefd. Het plein kreeg een totaal an- der uitzicht.
Strak uitgelijnd plein
Het soms wat slonzig ogende maar charmante pleintje met enkele prachtige graffitikunstwerken, denk maar aan de Belga-dame, transformeerde in een strak afgelijnd parkje. Samen met de graffitimuren verdwenen de mini(muziek)festivalletjes. Sommigen vinden dit nog steeds een verarming voor de wijk, anderen zijn blij dat hiermee ook een neveneffect van de graffiti, het taggen, uit de wijk verdwenen is.
De ronde arduinen steen die vroeger dienstdeed als tafel en een erkenning van de Koning Boudewijnstichting voor onze goede buurtwerking is, kreeg een ere- plaats in het gazon.
Het groene Muntplein kende een lange voorgeschiedenis die geregeld werd bijgestuurd na protest uit de wijk. Zo werd voorkomen dat een projectontwikkelaar het ganse plein volbouwde.
Werkpunten en groene rust
Ook na vijf jaar zijn er nog wel enkele werkpunten. Honden weten het plein ook te vinden en soms belandt het vuil op enkele meters van de aanwezige vuilnismanden. De horecazaken zijn een aanvulling voor het plein, zolang ze de picknickbank en de speeltuigen niet inpalmen. De afgelopen vijf jaar bloeide het plein op. In die tijd werden de planten groot en ontstond een groen en rustgevend plein. Ook het bezoekersaantal groeide. Zodra het weer het toelaat, zie je er buurtbewoners en jongeren die studeren of gewoon wat komen sporten. Af en toe spelen ze zelfs een spelletje Kubb. Vrouwen, gepakt en gezakt, ploffen ook op de banken neer voor een welverdiende pauze tijdens een dol(gedraaid) dagje winkelen. (Marc Wiesé)